In februari start ik weer met 2 intervisietrajecten.
In de eerste bijeenkomst gaat het over de vraag ‘wat wil je komende periode leren?’, ‘waar wil jij het traject voor gebruiken?’ en ‘waar wil je aan het eind van het jaar op terugkijken?’. Dat kan door gewoon deze vragen te stellen en het kan ook door je te realiseren waar je op dit moment in je loopbaan bent. Ben je bijvoorbeeld net gestart in je functie of zit je er alweer een aantal jaren. Waar ben je? En hoe geef je richting aan je eigen ontwikkeling. Ik maak daarbij graag gebruik van de ‘Stages of Concern’ van Cora Smit, Kessels & Smit *).
Zij onderscheidt in een opleidingstraject vijf fasen die deelnemers doorlopen bij het verwerven van een complexe vaardigheid. Iedere fase wordt gekenmerkt door een specifieke zorg of ‘concern’ en een specifieke gerichtheid. De aard van je leervragen in de intervisie hangt samen met je graad van ervaring. De ontwikkeling van je loopbaan zou je kunnen vergelijken met het verwerven van complexe vaardigheden zoals in een opleidingstraject. De fasen geven zicht op waar je bent. Ik zie ze als een soort ’topografische kaart van loopbaanland’.
Fasen
De fasen die zij onderscheidt zijn:
- Hoe overleef ik met gerichtheid op mezelf
- Hoe doe ik het goed met de gerichtheid op mijn taak
- Met het besef dat mensen om me heen belangrijk zijn; hoe richt ik me op de ander(en)
- En nu moet het anders, met de gerichtheid op mijn impact
- Hoe kan ik dit delen en de gerichtheid op de essentie
De eerste fase speelt vooral als je net begonnen bent in een nieuwe baan of nieuwe functie. Je zoekt houvast en zekerheid, wil een goede indruk maken en je maakt je zorgen over hoe anderen over je denken. Je bent erop gericht om het hoofd boven water te houden, op overleven.
In de tweede fase heb je al wat routine opgedaan. Je aandacht richt zich nu op je taak. Hoe kan je die zo goed mogelijk uitvoeren. Je wilt bewijzen dat je meetelt in je vak, wil graag feed-back om te weten te komen wat er goed was en wat beter kan. Je krijgt behoefte aan opleiding en verdieping.
In de derde fase beheers je je taak en word je langzamerhand nieuwsgierig naar hoe anderen het doen en ga je je meer op het proces richten. In deze fase denk je na over hoe je zelf in elkaar zit, wat zijn je sterke kanten en wat je zwakke kanten. De vraag die kan opkomen is; ‘wat wil ik nu eigenlijk?’.
In de vierde fase krijg je zicht op de complexe samenhang in de organisatie. Inzicht gebaseerd op vele en soms frustrerende ervaringen. Je know-how is gegroeid en ook je intuïtie en je impliciete kennis over het gedrag van mensen in organisaties. Je kunt grote en meer complexe projecten aan en weet hoe je het verschil kunt maken.
In de vijfde fase mogen anderen gaan profiteren van wat je hebt bereikt en wat je aan kennis hebt opgedaan. De behoefte aan je eigen ruimte kan plaats maken voor het verlangen om kruiwagen te zijn voor jong talent. Het kan ook zijn dat je toe bent aan een nieuwe uitdaging en breekt met de context waarin je werkt en op zoek gaat naar een nieuwe uitdaging.
Ontwikkelpunten
De leervragen of ontwikkelpunten, die je hebt, hangen samen met je loopbaanfase. Door je bewust te zijn van de vraag en de fase is er een perspectief op de ontwikkeling die je doormaakt. Het bewustzijn van de fase waarin je verkeert, geeft richting aan je ontwikkeling.
Ik zit zelf al een tijdje in fase 5 als het gaat om het coachen van mensen en om het begeleiden van intervisietrajecten. Voor mij ligt de uitdaging en de ambitie bij het opleiden van mensen om intervisie te begeleiden. En ik wil graag intervisies gaan begeleiden in een andere context, bijvoorbeeld in de biodynamische landbouw.