Een derde optie die opkomt:
de democratie terugwinnen op duister geld en duistere technologie
Zeven observaties over 2024 en wat er daarna gaat komen
door Otto Scharmer, 17 november 2024
Dit is een vertaling van het artikel; An Emerging Third Option: Reclaiming Democracy from Dark Money & Dark Tech van Otto Scharmer: dit is de link naar zijn artikel in het Engels.
In 2024 hebben meer dan 2 miljard van ons gestemd in nationale verkiezingen. Wat hebben daar we tot nu toe van geleerd dit jaar en in het bijzonder van de Amerikaanse verkiezingen?
In de zeven observaties die ik hier beschrijf, geef ik mijn eigen eerste gedachten weer als onderdeel van een breder gesprek dat nu plaatsvindt. Deze gedachten weerspiegelen mijn eigen ervaringen vanuit het gezichtspunt van op bewustzijn gebaseerde systeemverandering (Scharmer 2018). Aan deze benadering van diepgaande verandering ligt het idee ten grondslag dat we, als we sociale systemen echt willen veranderen, dat we dan hun onderliggende besturingssystemen moeten upgraden.
Dat wil zeggen dat we niet alleen moeten cultiveren wat er “boven de grond” groeit, maar ook oog moeten hebben voor de grond, de omstandigheden van de “sociale bodem” (figuur 1).
Als mensen het over sociale systemen hebben, verwijzen ze meestal naar het waarneembare en tastbare (processen, procedures, structuren, gedragspatronen). Maar wat ik bedoel met sociale grond zijn de minder zichtbare innerlijke omstandigheden, dat wat onder de oppervlakte zit, de kwaliteit van bewustzijn (aandacht en intenties) en de kwaliteit van relaties die invloed hebben op hoe we werken. Het sociale veld, de som van onze relaties, is een combinatie van deze twee elementen: sociale systemen en sociale grond.
Figuur 1: Maatschappelijk veld = Social Systems + Social Soil
(Bron: Scharmer and Kaufer 2025)
1. DINO (Democratie in Naam Alleen): De onzalige alliantie van duister geld en duistere technologie
Enkele van de belangrijkste trends in de recente verkiezingen over de hele wereld kunnen worden samengevat in drie punten:
- Meer dan 90% van de mensen steunt democratie.
- Meer dan 50% is ook bereid om op populisten te stemmen die echte verandering beloven, zelfs als dat de ondermijning van belangrijke democratische instellingen inhoudt.
- De meeste mensen stemmen, als ze de keuze krijgen, niet op autocratische regeringsvormen. Een goed voorbeeld daarvan is India, waar premier Narendra Modi zijn meerderheid verloor en nu met een coalitie regeert.
Vanuit dit perspectief waren de recente verkiezingen in de VS geen uitzondering. Over het algemeen hebben zittende partijen in ontwikkelde landen dit jaar bij alle verkiezingen de steun van de kiezers verloren. Mensen willen echte verandering zien. Eén kandidaat, Trump, beloofde precies dat.
De andere, Harris, associeerde zichzelf volledig met het voortzetten van de status quo, ook al leeft 66% van de Amerikanen van salarisstrookje tot salarisstrookje en blijft de VS de genocidale oorlog in Gaza steunen (die tot nu toe meer dan 43.000 mensen het leven heeft gekost, waaronder 30.000 vrouwen en kinderen).
De verkiezingsuitslag suggereert niet dat de meerderheid van de Amerikanen in een autocratie wil leven. In feite stemden slechts 1,8 miljoen meer mensen op Trump in 2024 dan in 2020, een relatief bescheiden winst. Interessanter is dat ongeveer 8 miljoen mensen minder op Harris stemden dan op Biden in 2020. Het zeer ongebruikelijke feit dat veel Amerikanen ervoor kozen om niet op een van de nationale kandidaten te stemmen, maar hun stem uitbrachten op kandidaten lager op de kieslijst in hun lokale kiesdistrict, suggereert dat ze zeer gefrustreerd waren door de twee opties die hen werden gepresenteerd.
Wat zegt dit ons over de democratie? De democratie staat wereldwijd onder druk, met massale des-informatie die het vermogen van burgers uitholt om de realiteit waarmee ze geconfronteerd worden te kunnen waarnemen en erop te reageren.
Massale polarisatie verhindert kritische gesprekken over de gedeelde zorgen waarmee we als gemeenschap geconfronteerd worden. Samenlevingen die deze fundamenten van democratisch functioneren verliezen, desintegreren of stevenen af op de rand van de afgrond.
Met andere woorden, de democratie ligt onder vuur. Er zijn twee belangrijke krachten die verantwoordelijk zijn voor het ondermijnen van het democratische proces, vooral in de VS: de ene is “dark money” (Mayer 2016). Geld dat zo wordt gebruikt dat het publiek het niet kan zien en die in feite de prioriteiten van de respectievelijke kandidaten vormen en manipuleren. De andere zou je “dark tech” kunnen noemen: technologie die zo wordt gebruikt dat het publiek dit niet kan zien en die de standpunten en het stemgedrag van de burgers vormt en manipuleert. Terwijl duister geld de aanbodzijde van de politiek besmet (de creatie van de agenda’s en politieke platforms), heeft “duistere technologie” een vergelijkbare impact op de vraagzijde van het democratische proces (percepties en voorkeuren van burgers).
Wat we zien is een democratie waarvan de basis wordt aangetast. Je zou zo’n systeem DINO kunnen noemen, democracy in name only. Want een democratie die niet gebaseerd is op feiten en een publiek debat is geen democratie.
In de vorm van figuur 1 hierboven: de bodem en de wortelsystemen worden aangetast.
2. Het is lastig om te luisteren als het fundament is gebaseerd op niet-luisteren
De tweede observatie volgt uit de eerste. Wat gebeurt er met politici die minstens de helft van hun tijd moeten besteden aan fondsenwerving om in functie te blijven? Ze belanden in het omgaan met miljardairs en hun surrogaten. Met andere woorden, ze hebben heel weinig tijd om te luisteren naar hun kiezers, de mensen waarvoor ze gekozen zijn. Luisteren naar en in dialoog gaan met burgers is, en het is eigenlijk niet nodig om dat te zeggen, de bodem en de wortels van elk democratisch proces.
De Democratische Partij, en daarmee ook de kandidatuur van Harris, zijn een verbluffende belichaming van niet luisteren. Als je primaire instinct is om fouten te vermijden, de leiding van de adviseurs om je heen te volgen en je niet in te laten met mensen wiens geloofsstructuren je verafschuwt, dan verlies je natuurlijk gemakkelijk veel jonge kiezers. Geen duimbreed wijken voor de door de VS gesteunde bombardementen op Gaza is slechts één voorbeeld van een hardnekkig gebrek aan betrokkenheid. Als je dan ook nog in de gunst komt bij de Cheneys (wetende dat velen voormalig vice-president en minister van defensie Dick Cheney als een oorlogsmisdadiger beschouwen), dan verlies je ook nog eens de steun van de ouders en grootouders van de jonge kiezers.
Belangrijker nog is waar de Democratische campagne niet over ging, waar ervoor gekozen werd om het niet over te laten gaan:
Waarom was er niet meer erkenning voor de vele Amerikanen die het moeilijk hebben?
Waarom werd gezondheidszorg voor iedereen door Harris geschrapt?
Waarom moeten we doorgaan met het financieren en verlengen van zeer impopulaire oorlogen?
Waarom kunnen we geen beveiliging voor AI en sociale media creëren zodat het welzijn van iedereen beschermd wordt?
Al deze potentiële campagnekwesties zouden heel populair zijn geweest bij het Amerikaanse electoraat. Het is niet zo moeilijk om de stilte over deze onderwerpen is te verklaren. Het is lastig om een platform te creëren dat de echte prioriteiten van de Amerikaanse burgers vertegenwoordigt als je vermogen om een miljard dollar in te zamelen afhangt van het niet-naar- hen-luisteren, maar in plaats daarvan naar Big Tech, Big Money, Big Pharma, Big Oil, het militair-industrieel complex en de miljardairsklasse.
Dus mijn tweede observatie is simpelweg dit: de campagne van de Democratische Partij (niet alleen Harris) heeft het contact verloren met de meerderheid van het land dat buiten haar politieke bubbel leeft. Met andere woorden, er werd niet geluisterd. Als je niet diep luistert naar het electoraat, zul je ze niet voelen, en als je ze niet voelt, zal je campagne geen weerklank vinden bij iemand buiten je professionele progressieve baan.
3. Het gaat om de economie
Het gaat om de economie, domoor. Die herinnering aan eerdere politieke campagnes bleek opnieuw waar. Kiezers wilden niet de les gelezen worden over waarom ze zich goed zouden moeten voelen bij een economische realiteit met voor velen grote ontberingen.
Ze wilden gehoord worden. Serieus genomen worden. En aangesproken worden op een manier waardoor ze zich gehoord en gewaardeerd voelen door de prioriteiten van de partij en de kandidaat.
Het is waarschijnlijk geen toeval dat het recente debat over het terugdringen van de wereldwijde uitstoot en het aanpakken van de destabilisatie van het klimaat (het COP-proces) tot dezelfde conclusies is gekomen: hoe meer we van overeenkomsten en beloften overgaan naar het daadwerkelijk nakomen ervan, hoe meer de focus verschuift van regeringen naar bedrijven en naar sector-overschrijdende allianties die samenwerken om deze ambitieuze doelen en doelstellingen te bereiken.
Als je aan veranderaars in de groeiende groep (semi-)autocratische landen vraagt wat ze doen als het maatschappelijk middenveld onder vuur ligt, wat zeggen ze dan? Ze zeggen dat je je aandacht moet richten op het bedrijfsleven en het onderwijs als belangrijke middelen om betekenisvolle impact en werk te genereren.
Het bedrijfsleven als een kracht voor het goede zal de komende jaren een belangrijke plek innemen waar je naartoe kunt. Het bedrijfsleven is de enige plek in de samenleving waar de hele productiefunctie samenkomt. Alle andere sectoren – inclusief NGO’s en overheden – praten er alleen maar over. Maar in het bedrijfsleven gebeurt het ook echt. Als de EPA (Environmental Protection Agency) van binnenuit wordt ontmanteld en overheidsreguleringen worden afgeschaft door iedereen te ontslaan die ze zouden kunnen handhaven of uitvoeren, wat nu in de VS nog slechts een kwestie van tijd is – wat dan?
Waar ga je dan naartoe als je een positief verschil wilt maken? Je gaat de lokale of de staatspolitiek in, je gaat het onderwijs in en je gaat het bedrijfsleven in, je creëert missie-gedreven ondernemingen die kunnen samenwerken als een kracht voor het goede.
Het belangrijkste punt van deze reeks observaties is eenvoudig: economische transformatie zal absoluut de sleutel zijn tot positieve maatschappelijke verandering in de komende jaren en decennia. Vanuit dit oogpunt kunnen we de verkiezingsuitslag in de VS zien als een vernietigende kritiek op recente progressieve bewegingen. Wat hebben veel van deze progressieve bewegingen uiteindelijk gedaan? Het creëren van nieuwe culturele normen en nieuwe overheidsregels. Sommige daarvan zijn essentieel. Sommige misschien een beetje overdreven. Maar wat ontbreekt er vaak? Het perspectief van de makers, de eerstelijnsprofessionals die moeten werken binnen een steeds groter wordend keurslijf van regelgeving en bureaucratie. Als je praat met artsen, leraren, boeren, ontwikkelaars, bouwers of bankiers van kleine maatschappelijk verantwoorde banken – kortom, met iedereen die daadwerkelijk dingen doet om economische welvaart en waarde te creëren – dan begin je de groeiende kloof te zien tussen onze almaar groeiende bureaucratische eisen aan de ene kant en de geleefde realiteit van mensen en professionals.
Dus wat is de boodschap voor systeemverandering eind 2024?
In de VS zullen veel van de systemen waarschijnlijk van binnenuit worden ontmanteld. Milieuregelgeving, financiële regelgeving, arbeidsregulering, fundamentele mensenrechten. Noem maar op. Het zal de klok op zijn minst tot op zekere hoogte terugdraaien en als gevolg daarvan zullen we onnodig lijden zien. Wat kunnen wij dan doen? Wat kunnen we doen om te blijven werken aan de verandering die we allemaal willen zien?
Misschien is dit wel een belangrijk antwoord: een verschuiving van de primaire focus van top-down – het reguleren van de verandering die we willen zien – naar bottom-up: het mede genereren van de verandering die we willen zien.
In plaats van dat de overheid de primaire aanstichter is van maatschappelijke verandering, moeten bedrijven, het maatschappelijk middenveld en leiders van verschillende instellingen ervoor kiezen om samen te werken rond gedeelde intenties en zorgen, in de vorm van een bottom-up ecosysteem en -beweging. Uiteraard gaat het hier niet om een of-of benadering. Maar het primaire accent van verandering zal verschuiven naar het opbouwen van collectieve capaciteit voor bottom-up sector-overschrijdende innovatie op verschillende plaatsen en in verschillende regio’s.
4. Er is een derde optie
Toen ik vorige week ging stemmen, leek het alsof ik de keuze had tussen twee opties: ‘niet’ en ‘nog een keer’. (1) “We gaan niet terug. En (2) ‘Making … great again. Dat laatste woord is het belangrijkste in die slogan.
Wat is daar nu mis mee? De ene optie blijft steken in de status quo. De andere stelt voor om de status quo te verstoren door achteruit te gaan.
Wat duidelijk ontbreekt is een levensvatbare derde optie die de status quo zou verstoren en transformeren gebaseerd op en te opereren vanuit een bewustzijn van de opkomende toekomst. Veel bewegingen die zich inzetten voor de gezondheid van de planeet en voor maatschappelijke vernieuwing, werken met de opkomende toekomst in gedachten – en dat is een beweging die inherent niet links of rechts is. De opkomende toekomst tegemoet treden, gewaarworden en verwezenlijken is orthogonaal ten opzichte van die 20e-eeuwse politieke categorieën – wat betekent dat het onafhankelijk is van deze verouderde paradigma’s.
Figuur 2 illustreert dit door twee verschillende manieren van handelen te duiden: met de mind, hart, and wil open of gesloten.
Figuur 2: De twee manieren waarop op verandering wordt gereageerd:
Absencing and Presencing
Al het bovenstaande is een uitgebreide manier om het volgende te zeggen: de verkiezingen van vorige week zullen resulteren in een enorme versterking van de cyclus van absencing (afgebeeld in de bovenste helft van figuur 2) om alle voor de hand liggende redenen: meer ontkenning (ontkenning van het klimaat, ontkenning van hoe de meerderheid van de mensheid – buiten de VS-Euro bubbel – aankijkt tegen de oorlogen in Gaza, in Oekraïne, etc), meer de-sensing (polarisatie en excluderen door massadeportaties en politieke vergelding), meer de schuld geven aan anderen (immigranten, communisten, universiteiten), en meer vernietiging van de natuur, van het vertrouwen in onze multilaterale instellingen en in elkaar, en vernietiging van menselijk welzijn (geestelijke gezondheid) en menselijk leven (oorlogen).
Het is op dit laatste punt dat de Trump-regering misschien een andere aanpak zou kunnen bieden dan de bestaande buitenlandse beleidsstrategie van het huidige ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de afgelopen jaren onze Oekraïense vrienden heeft misleid in een uitputtingsoorlog die meer dan een miljoen slachtoffers heeft gekost (aan beide kanten) en waarbij niemand er iets bij wint. Het gaat alleen om het versterken van de economische en politieke situatie van Poetin. Dat wordt nu, met het besluit van Biden om raketaanvallen met een groter bereik diep in Rusland toe te staan, voortgezet op een manier die alleen kan worden omschreven als georganiseerde onverantwoordelijkheid.
Samengevat: we gaan nu een periode tegemoet waarin veel instellingen van binnenuit zullen worden gestript of ontmanteld. In welke mate dat gebeurt, zal van veel factoren afhangen. Maar aan de andere kant kunnen we ook het ontwaken zien van een bewustzijn dat voorbij de oude politieke lijnen gaat, waar leiders en burgers in gemeenschappen beginnen samen te werken en zich spontaan organiseren rond gezond verstand en gemeenschappelijke belangen.
Er zal veel gaan gebeuren op lokaal niveau, in steden, staten, bedrijven en regio’s. Veel zal spontaan gebeuren, zonder formele coördinatie maar geïnspireerd door een gedeelde burgerlijke verantwoordelijkheid – zoals we op een verrassende manier zagen tijdens de eerste ambtstermijn van Trump, toen de instellingen wel bogen maar niet braken.
De menselijke geest heeft de capaciteit om zich te manifesteren op een manier die lineair denken vaak niet kan voorzien.
5. Eilanden van coherentie kunnen de illusie van onbeduidendheid bestrijden
Wat is de volgende stap? Waar vind je de zaden en scheuten van het nieuwe? Net als in de natuur ontstaan en groeien ze binnen de context van het oude systeem en zijn ze zichtbaar in de vorm van levende voorbeelden over de hele wereld. Er zijn drie belangrijke barrières die verhinderen dat ze groeien en navolging vinden: de illusie van onbeduidendheid, gebrek aan verbinding en gebrek aan moed.
Bij de illusie van onbeduidendheid gaat het om de overtuiging dat acties van een individu of van een kleine groep het grotere systeem niet kunnen veranderen. En toch bestaat echte verandering bijna altijd uit vele kleine acties. In die context vond ik de volgende woorden van wijlen Nobelprijswinnaar Ilya Prigogine heel nuttig:
Wanneer een systeem ver van haar evenwicht is verwijderd
hebben kleine eilanden van coherentie
in een zee van chaos het vermogen om het hele systeem naar een hogere orde te tillen.
Prigogine verwoordt het idee van bifurcatiepunten in niet-lineaire systemen, het moment waarop kleine veranderingen grote veranderingen kunnen genereren door het systeem in de ene of andere richting te kantelen. Ik geloof dat het kleinste “eiland van coherentie” ligt in het afstemmen van aandacht en intentie. Als onze aandacht is afgestemd op onze intentie, kan die helderheid uitstralen en beginnen met het katalyseren van een agenda (daarbij gaat het om acties die ons beste toekomstige potentieel verwezenlijken).
Natuurlijk zal er komende tijd aan “in een zee van chaos” geen gebrek zijn, want we gaan een periode in van bestuurlijke chaos. In die context moeten we het vermogen ontwikkelen om eilanden van samenhang te creëren die onze acties activeren, zowel individueel als collectief.
De tweede barrière, gebrek aan verbinding, leidt me naar de volgende observatie.
6. Eilanden van coherentie kunnen verbonden worden met ecosystemen van coherentie
Hoezeer ik Prigogine’s woorden ook waardeer, ik heb door de jaren heen genoeg eilanden van coherentie gezien die zich nooit vertaalden in het verbeteren van de grotere systemen.
Om verandering teweeg te brengen, moeten eilanden van samenhang met elkaar verbonden worden – met elkaar en met de eilanden die nog niet volledig gevormd zijn. Die verbindingen kunnen tot stand worden gebracht met behulp van generatieve ruimten die de eilanden verweven tot een ecosysteem van samenhang en die aandacht, intentie en acties opnieuw afstemmen op de schaal van het geheel.
Het is een fascinerend, verrassend organisch proces dat ik persoonlijk talloze keren heb zien gebeuren. Het kan enorme bronnen van positieve energie activeren binnen en tussen grote ecosystemen van veranderaars, leiders en burgers.
Vorige week nog heb ik zo’n proces mede gefaciliteerd in Brazilië rond de pre-opening events in Rio (G20), in Sao Paulo (cross-sectoraal), en ook met andere collega’s eerder dit jaar in Chili (cross-sectoraal) en in Indonesië (met de nieuw gekozen regering en het nieuwe kabinet).
Ons werk bij het Presencing Institute heeft zich gericht op het maken van verbindingen en het ontwikkelen van activiteiten over de sectoren en systemen heen, maar het kan ook effectief zijn in zakelijke ecosystemen. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld samengewerkt met de top 80 leiders van een wereldwijde businessgroep met het hoofdkantoor in Europa.
Het benoemde doel van deze groep was, “het bedrijfsleven als een kracht voor het goede”. Dit werd versterkt door een gestructureerd proces waarbij deze leiders zich voorbij het belang van hun bedrijf of regio met elkaar verbonden, vanuit hun diepere gevoel van individuele en gedeelde doelen en met de huidige planetaire situatie voor ogen.
Wat ik geleerd heb van al deze ervaringen is het volgende: in de huidige context van polarisatie en absencing kost het veel meer bewuste inspanning en energie om de ruimte voor de activering van een heel ecosysteem in stand te houden. Maar als je dat doet, kunnen de resultaten veel sneller en veel significanter zijn. Bij het Presencing Institute hebben we besloten om al onze energie te steken in het creëren van dit soort faciliterende omstandigheden, zowel in termen van hulpmiddelen als in termen van plaatsen en praktijken die deze ecosystemen cultiveren, activeren en ondersteunen wanneer ze ontstaan.
7. Eilanden van coherentie kunnen de angst voor het onbekende helpen overwinnen
De derde barrière is een gebrek aan moed, oftewel angst. Een gebrek aan vertrouwen leeft in het hart bij velen van ons. Hoe kunnen we het vermogen om onze onvoorwaardelijke moed aan te spreken vergroten, onze ware bronnen van “actievertrouwen”? Angst bestrijden door de confrontatie aan te gaan werkt meestal niet. Wat wel werkt, is:
- a) het creëren van een veilige bedding waarin mensen zich voor elkaar kunnen openstellen en met elkaar in contact kunnen komen, en
- b) het aanboren van een dieper gevoel van doelgerichtheid dat de angstfactor overschaduwt of overtreft.
Dat is wat er gebeurt als een ouder niet aarzelt om een kind te redden, zelfs als dat zijn eigen leven in gevaar brengt. Hoe meer we ons richten op wat we het belangrijkst vinden, hoe meer de beperkende, op angst gebaseerde omgeving begint te vervagen.
Sociale ‘velden’ als prototypes voor nieuwe maatschappelijke besturingssystemen
Eilanden van samenhang in organisaties kunnen klein en schijnbaar onbeduidend zijn, maar ook groot. Ze kunnen zich aan de randen van het systeem bevinden, aan de top van instellingen, in de frontlinie of in het middenmanagement. Ze zijn van belang waar ze zich ook bevinden. Ze kunnen plaatsgebonden, lokaal of regionaal zijn. Ze belichamen allemaal een nieuw DNA voor het bedrijfsleven, voor bestuur en voor leren en leiderschap.
Dat gezegd hebbende, wat zijn dan de moedige initiatieven die we moeten lanceren om van extractie naar regeneratie te gaan, van ego naar eco, en van reactieve patronen (gedreven door het verleden) naar co-creatieve patronen die de opkomende toekomst kanaliseren en belichamen?
Ik geloof dat we minstens drie van onze belangrijkste maatschappelijke systemen moeten upgraden: onze economieën, onze democratieën en onze leersystemen:
- Onze economieën moeten verschuiven van een systeem op basis van ego-bewustzijn naar een systeem op basis van eco-bewustzijn.
- Onze democratieën en bestuurssystemen moeten hun patstelling doorbreken en meer dialogisch, data-gestuurd, kleinschaliger en direct worden.
- Onze leersystemen moeten veranderen van onderwijs dat gericht is op testen naar onderwijs dat gericht is op menselijke bloei, waarbij onze volle capaciteiten worden geactiveerd om de opkomende toekomst samen te ‘sensen’ en samen te creëren (dit is een meerlandeninitiatief dat we bij het Presencing Institute net hebben gelanceerd met de OESO en hun groep voor goed presterende onderwijssystemen).
Met andere woorden: we hebben meer nodig dan alleen een of andere app of een ander beleid. Ons hele besturingssysteem moet geregenereerd en opnieuw opgestart worden. Dat is precies wat er gebeurt als succesvolle eilanden van samenhang worden geprototypeerd, onderzocht en opgeschaald om ecosystemen van samenhang te genereren. Het resultaat is een diepgaande vernieuwing en transformatie die is gebaseerd op de afstemming van onze gedeelde aandacht en intentie.
Om deze diepgaande maatschappelijke verschuivingen te bevorderen, moeten we de sociale grond cultiveren. En net zoals de boer een ploeg en andere gereedschappen nodig heeft om de grond van het land te bewerken, hebben de makers en leiders van sociale verandering gereedschappen voor sociaal leiderschap nodig die de sociale grond bewerken. Deze omvatten:
- Bewust worden: onze focus op de buitenwereld ombuigen en richten op ons eigen functioneren
- Generatief luisteren: luisteren met je mind en hart wijd open
- Generatieve dialoog: systemen zichzelf laten voelen, zien en veranderen
- Presencing: diep voelen door de hoogst mogelijke toekomst te ontmoeten in het moment, in het nu
- Co-imagining: het verduidelijken en verbeelden van de toekomst die we willen creëren
- Co-creëren: de toekomst verkennen door te doen
- Ecosysteembeheer: organiseren rond gemeenschappelijke intentie en gedeelde aandacht
Kortom – de sleutel tot de diepgaande veranderingen waar onze huidige polycrisis om vraagt, ligt in het cultiveren van de sociale grond. Ieder van ons kan een tuinier of boer van die grond zijn (en is dat ook).
In ons aankomende boek Presencing schetsen we de kernpraktijken om dit te doen.
In mijn volgende blog zal ik, voortbouwend op het bovenstaande, verder ingaan op de drie scenario’s en mogelijke paden die ik hierboven heb besproken:
- Status quoïsme: meer van hetzelfde, kapitalisme & democratie zoals we het kennen
- Neo-feodalisme: slechts enkele grote organisaties uit Silicon Valley regeren als oligarchen de wereld
- Kunnen vertrouwen op de verschijnende toekomst: organiseren rond gedeelde intentie, planetaire heling en maatschappelijke regeneratie
Elk pad wordt ondersteund door het huidige bewijs. De richting die we kiezen hangt af van ons allemaal, individueel en collectief.
Met dank aan Becky Buell, Ditri Zandstra, Eva Pomeroy, Janine Saponara, Katrin Kaufer, Laura Pastorini, Martin Kalungu-Banda, and Patricia Bohl voor hun behulpzame feedback op de concept versie.
Als je andere bronnen wil raadplegen, zie: Presencing Institute, u-school.org, ottoscharmer.com, Journal of Awareness-Based Systems Change
Referenties
Scharmer, C. O., & Kaufer, K. (2025). Presencing: Seven Practices for Transforming Self, Society, and Business. Berrett-Koehler Publishers.
Mayer, J. (2016). Dark Money: The Hidden History of the Billionaires Behind the Rise of the Radical Right. Doubleday.
Scharmer, C. O. (2018). The Essentials of Theory U: Core Principles and Applications. Berrett-Koehler Publishers.