Ik begin deze blog met een filmpje en je vragen welke associaties, gedachten, denkbeelden opkomen terwijl je ernaar kijkt. Het filmpje is gemaakt aan de Maas in Rotterdam.
Wijsheid van de Inka’s
Van de Quero’s, de oorspronkelijke Inka bewoners in Peru, leerde ik dat je een drukke stad niet ‘zonde voor de natuur’ hoeft te vinden. Juist de kracht en het energieveld van de natuur maakt dat er zoveel levendigheid is. De kracht die aanwezig is op die plek zorgt ervoor dat er bedrijvigheid is, dat er gebouwd wordt, dat er handel bedreven wordt, dat er mensen willen wonen, de liefde bedrijven, uitgaan, kunst maken en bezoeken, spelen, werken … noem maar op.
Ik vind het een mooie omkering van mijn gedachten.
De Inka’s lachen om ons, rollebollen zelfs over de grond van de pret, als we zeggen dat we een soort van medelijden hebben met de natuur. ‘Hoe kun je dat nou zeggen, daarmee ontken je de grote kracht die de natuur in zich heeft.’
Als ik hun wijsheid tot me laat doordringen, lach ik met ze mee. Niet dat het een vrijbrief is om achteloos en vernietigend met de natuur om te gaan. Het is juist een oproep om de kracht van de natuur te erkennen, dankbaarheid te betonen en samen te werken.
De Acht Bergen: natuur?
In de verfilming van het boek De Acht Bergen van Paoli Cognetti zegt de man die in de bergen woont tegen de stedeling die af en toe op bezoek komt: “Jullie noemen het natuur, maar voor mij zijn het de rivier, het stroompje, het weiland, die berg en die andere berg”.
Prachtig hoe daarmee de persoonlijke relatie met ‘de natuur’ ineens verschijnt. Ook dat leren de Inka’s me: via een jaartraining die ik via zoom volgde werd ik uitgenodigd contact te maken met de verschillende natuurplekken om mijn woongebied heen. Via pelgrimages verbinding te maken en te ervaren welke verschillende energieën de plekken voor mij hebben. Dankbaarheid te betonen via een Haywariquy: een ‘kunstwerkje’ van bladeren, takjes, bloemen. Een Khuya te ontvangen: een steentje of iets dergelijks die de energie van de plek in zich draagt.
Zo ontmoette ik ‘Smidsveen’, voor mij de poort tussen de geziene en ongeziene wereld, ik vond daar een botje van een dier, hoe toepasselijk als Khuya! Zwierf ik rond het Blauwe Meer, plons ik nu iedere maand in haar water bij Nieuwe Maan, gaf een Haywariquy aan haar en ontving een prachtig blauw steentje. Het Blauwe Meer is een uitgegraven zandwinningsplek en is een magisch plek geworden. Voor mij herbergt zij de kracht dat mensenhanden in samenwerking met ‘de natuur’ magie kunnen scheppen.
Tot slot mijn eerbetoon aan de Maas
‘Gister liep ik langs de Maas in Rotterdam. En werd positief overweldigd door de rijkdom en kracht van dat stromende water, van alle schepen die op haar mogen en kunnen varen. Dat draagt ze toch maar allemaal moeiteloos welwillend. Ik keek naar alle boten, huizen en kantoren aan haar oevers, realiserend dat ze – de rivier – zoveel momenten van ontzag en genieten geeft bij de bewoners als ze uitkijken op haar schoonheid, steeds in een ander licht.
Ze inspireert me om de volle breedte in te nemen, te stromen, in steeds andere gedaantes … kabbelend, stil, woest golvend… Met als dagdroomfantasie hoe ze – de rivier – al die gebouwen aan de oevers majestueus op vanzelfsprekende wijze afdwingt bewonderend naar haar te kijken.
De rivier was ineens niet meer een achteloos voor lief nemend aanwezig object, maar ik zag en ontmoette haar in wie ze is: een levendig wezenlijk wezen. Nooit meer als object te zien, waar ik achteloos aan voorbij loop. Het ontmoeten waard. Hoop dat dat wederzijds was.’
Mocht je inspiratie willen hebben om je relatie met jouw natuurplekken te onderzoeken, kijk dan even hier.