Menigmaal heb ik laten weten hoe enthousiast ik ben over Theorie U.
Maar hoe gebruik je – lees ‘ik’ – deze theorie in de praktijk? De werkelijkheid is immers vaak anders dan de mooie voorbeelden in een boek of filmpje.
En … een theorie zonder dat deze in de praktijk toe te passen is, verliest voor mij zijn glans.
Daarom beschrijf ik in deze blog hoe Theorie U behulpzaam was bij het project Veilig werken in de Zorg.
Inspiratie uit Theorie U
Als eerste: wat vind ik nu zo inspirerend aan Theorie U?
Kort gezegd:
1. met goed luisteren kan je een verandering teweeg brengen;
2. breng de betrokkenen rond een vraagstuk bijeen;
3. ga niet gelijk naar oplossingen, maar laat deze ‘opkomen’ door goed naar elkaar te luisteren en jezelf en elkaar wat tijd te gunnen.
mijn persoonlijke vraag in de coachcirkel in het U.Lab
Begin 2015 nam ik deel aan het 1e wereldwijde U.Lab. Onderdeel daarvan was dat je in een coachcirkel om beurten een casus inbracht. Mijn casus was: hoe zorg je ervoor dat je de mensen rond de cliënt in een zorginstelling samen brengt. Dus mantelzorgers, zorgmedewerkers, behandelaars en andere betrokkenen. Hoe bereik je dat je gezamenlijk optrekt i.p.v. vanuit de eigen ‘hokjes’ met elkaar om te gaan.
Er kwam niet gelijk een oplossing, maar door het uit te spreken en het luisteren van mijn cirkelgenoten, ging er wel iets broeien.
Medio 2015 kwam er een gelegenheid om deze kiem verder uit te werken.
iedereen gelijkwaardig om de tafel: van cliënt, mantelzorger tot medewerker
Bij een locatie voor mensen met NAH (niet aangeboren hersenletsel) gingen we aan de slag.
Met cliënten, mantelzorgers, zorgmedewerkers, behandelaars, medewerkers facilitair, teamleiders en de locatiemanager zaten we 6 maal in steeds wisselende samenstelling om de tafel. Op een tijdstip dat voor de mantelzorgers haalbaar was. Met een kopje soep en een broodje.
Het thema was: veilig werken in de zorg.
luisteren in een simpele opzet
De opzet was simpel, ook al had me dat van te voren wel hoofdbrekens gekost.
Want hoe zorg je ervoor dat iedereen naar elkaar luistert, terwijl er veel emoties (kunnen) zijn?
En … hoe kun je het eenvoudig, veilig en boeiend houden, zodat alle deelnemers kunnen en willen meedoen.
Na een beetje zoeken kwamen we op het volgende:
- per keer ongeveer 10-12 deelnemers, steeds een aantal cliënten, mantelzorgers, medewerkers en managers;
- om beurten vertelt iemand over een gebeurtenis waarin hij/zij zich niet veilig voelde;
- de anderen luisterden;
- na het vertellen schreven sommigen op een aantal post-it briefjes op wat hij/zij gehoord had, een ander vertelde het in een aantal woorden, een enkele cliënt gaf aan met knikken of hummen wat hij voelde;
- aan het eind werd er gevraagd aan de verteller: hebben we goed naar je geluisterd?
- Zo gingen we de kring rond en luisterden we naar de ervaring van de cliënt, de mantelzorger, de zorgmedewerk(st)er, de behandelaar, de servicemedewerk(st)er;
- elke bijeenkomst had zijn eigen kleur, zijn eigen thema, zijn eigen emoties;
- na elke bijeenkomst werden de verhalen – anoniem – samengevat;
- langzaam werd een rode draad zichtbaar in de verhalen.
over onmacht, liefde, fouten, te grote druk en agressie
Tijdens de slotbijeenkomst zaten we met een grote groep cliënten, mantelzorgers, zorgmedewerk(st)ers, behandelaars en managers bij elkaar. Ik vertelde het verhaal wat tijdens de bijeenkomsten was ontstaan.
In het delen van de ervaringen kwam vooral naar voren hoe veel LIEFDE er van iedereen is voor de cliënt, wiens leven PLOTSELING een heel ander perspectief heeft gekregen door het hersenletsel, hoeveel ONMACHT er is en hoe groot het gevoel is MET LEGE HANDEN te staan, hoe het leven van de mantelzorger OP ZIJN KOP staat, hoe de DRUK op medewerksters daardoor veel te GROOT wordt, waardoor er een TABOE op FOUTEN ontstaat, alsof de medewerkers GOED moeten maken wat NIET MEER te herstellen is. En dan uit zich dat in ONVEILIG gedrag: schreeuwen, ongeduld, duwen, soms zelfs slaan of iets gooien.
Met elkaar keken we of dit herkend werd, wat het meest raakte, welke oplossingen verschenen. En dat laatste was eigenlijk al niet meer zo belangrijk.
De ervaring met elkaar heeft gemaakt dat gedrag al anders is geworden.
Door het perspectief van de ander te zien, te horen en te voelen, is er een andere nabijheid en samen optrekken ontstaan.
Met kleine stappen.
cliënt centraal: maar dan ook echt
Ik vond het een bijzonder proces op meerdere vlakken:
We hebben op deze manier echt invulling gegeven aan het begrip ‘cliënt centraal’.
Immers tijdens de bijeenkomsten volgden we steeds het tempo, ritme en de taal van de cliënt.
De cliënt en iedereen om hem/haar heen konden als gelijke partners in de schijnwerpers staan. Dat maakte dat de hokjes oplosten, dat het leven van de mantelzorger gezicht kreeg en de medewerker ook als – professioneel – mens kon vertellen wat haar/hem raakt en beweegt.
Dat was boeiend, leerzaam en hartverwarmend.
Voor herhaling vatbaar – met welk thema dan ook.
Met dank aan Theorie U voor de inspiratie.
harte groet
Yvonne Versteeg